Looptechnieken en oefeningen
In de basis is de looptechniek voor lopers met een visuele beperking niet anders dan de looptechniek voor lopers met een goed gezichtsvermogen. Aandacht voor de looptechniek is niet alleen belangrijk voor de prestatie, maar ook voor de loopefficiëntie en voor blessurepreventie. Lopers met een visuele beperking zullen daarbij extra energie kwijt zijn met het handhaven van balans. Om balansverstoringen te voorkomen, kunnen slechtziende lopers een onzekere loopstijl ontwikkelen. Om de looptechniek te verbeteren verdienen balans en timing daarom specifiek voor visueel beperkte lopers extra aandacht.
In het handboek Running Blind vind je een uitgebreid hoofdstuk over Looptechniek en oefeningen. Ook is er een speciaal hoofdstuk over loopschooloefeningen. Deze zijn ingedeeld in vier categorieën.
Om hiervan een indruk te geven vind je hieronder een van de oefeningen.
Oefening: Houding bovenlichaam - Stabiliteit
Uitvoering
-
Stil staan op één been waarbij de loper het gevoel moet hebben dat hij met een touwtje op het hoofd rechtop wordt getrokken. De focus recht vooruit is het makkelijkst. Dit 10 tot 30 tellen volhouden.
-
Stil staan op één been moeilijker ge- maakt door bijvoorbeeld het hoofd of armen te bewegen. De oefening kan men ook moeilijker maken door de oefening op blote voeten of een zachtere ondergrond uit te voeren of door tijdens de oefening een dubbeltaak uit te voeren (praat over het nieuws, tel terug van 100 in stapjes van drie).
-
Stil staan uit beweging; dribbel drie pas- sen en sta de derde stap stil in de basispositie.
Doel van de oefening
Bij het houden van balans speelt visuele informatie een belangrijke rol. Het doel van deze oefening is om stabiliteit te trainen.
Aandachtspunten trainer
Let erop dat de romp rechtop blijft (alsof de loper met een touwtje aan zijn hoofd rechtop wordt getrokken) en dat de loper niet weg zakt in zijn heup. Bij de varianten waarbij de loper de armen moet bewegen is het belang- rijk dat de armen en benen een tegengestelde beweging maken. Dit is een lastige oefening maar wel een belangrijke oefening voor lo- pers met een visuele beperking.
Rol van de buddy
De buddy kan naast de loper staan zodat de loper een schouder heeft om balans te handhaven. Wanneer de loper de oefening zelfstandig uitvoert kan de buddy de romphouding vanaf de zijkant observeren en eventueel aanwijzingen geven.
De buddy kan er ook op letten dat de armen een tegengestelde beweging maken ten opzichte van de benen.