Aandachtspunten voor het kennismakingsgesprek

  • Wat is het effect van de visuele beperking en wat ziet de loper nog wel?
  • Heeft de loper last van bepaalde lichtgevoeligheid bijvoorbeeld tegen de zon in lopen of afwisselend licht en donker onder een rij bomen?
  • Welke aanraking van de buddy is gewenst en wat is ongewenst?
  • Bespreek aan welke kant de buddy loopt, linker- of rechterkant van de loper.
  • Spreek samen een noodstopteken of -woord af.
  • Welke ondersteuning is voor het hardlopen nodig en gewenst?
  • Overleg hoe het lint te gebruiken, strak of juist los?
  • Stem het te lopen tempo af. De buddy past zich aan aan de snelheid van de loper. Beiden moeten goed en eerlijk hun grenzen aangeven van wat zij willen en kunnen.
  • Maak afspraken over in welke situaties een pauze gewenst is of een overgang naar wandelen. Met andere woorden: om welke redenen wil de loper of de buddy in het alge- meen even een pauze inlassen tijdens het hardlopen?

Instructies en commando’s

Tijdens het hardlopen scant de buddy voortdurend het terrein en de omgeving en vertelt de loper wat er gaat komen. De buddy begeleidt de loper zo om stoeprandjes, randen langs het pad, plassen en obstakels heen met behulp van het lint maar vooral ook door te vertellen wat er moet gebeuren. De loper met een visuele beperking is afhankelijk van het gehoor en dit is zeer intensief. Om energie te besparen is het daar- om van belang dat de buddy en loper leren om korte, heldere commando’s te gebruiken tijdens het hardlopen. Het woord commando klinkt misschien onvriendelijk maar wordt in de sport vaker gebruikt, denk aan de stuurman bij het roeien. De buddy is bij het hardlopen degene die de commando’s geeft.

In deze context bestaat een commando uit een aankondiging en een actie die daarop volgt.

Dus bijvoorbeeld: (aankondiging) na drie passen scherpe bocht naar links – (actie) NU naar links (actie). Bij het begeleiden van een loper zijn er een aantal standaardcommando’s die worden gebruikt.

Standaardcommando’s

Er zijn een aantal commando’s die de buddy gebruikt voor de volgende te nemen acties. Deze zijn kort, helder en krachtig.

  • Stoep op
  • Stoep af
  • Bocht links (dit kun je verfijnen met “scherpe” of “flauwe” bocht)
  • Bocht rechts
  • Drempel op (dit kun je verfijnen met een omschrijving van de hoogte)
  • Drempel af
  • Sporen (het wordt smal en dan loop je achter elkaar)
  • Helling op
  • Helling af
  • Vals plat
  • Steile heuvel
  • Onregelmatige ondergrond
  • Benen goed optillen
  • Stop of Noodstop

Het overbrengen van een commando

Om een commando over te brengen is er altijd een logische volgorde waarin het commando verpakt is. Als richtlijn volgt hier in vier stappen de volgorde waarin het commando wordt gegeven.                                                                     

  1. Start altijd met de aankondiging: benoem wanneer en
  2. wat er gaat komen: bijvoorbeeld een obstakel,
  3. gevolgd door het tellen van de afstand tot het obstakel
  4. en tenslotte benoem de actie op het juiste moment om het samen en tegelijk uit te voeren.

Hieronder een concreet voorbeeld.

Stappen over een tak op het pad

Geef de afstand: “Over 20 meter...”

  • Vertel wat er gaat gebeuren: “...stappen we over een tak”
  • Tel af: “3,2,1”
  • Geef de actie: “NU grote stap”.

Vermijd overbodige informatie

De buddy geeft geen informatie zonder dat er een aanwijzing op volgt. Vermijd overbodige Informatie zoals: “Er komen nu twee paaltjes aan” of “Er komen/komt fietsers/een auto ons tegemoet”. Dit kan onzekerheid en verwarring veroorzaken als de informatie niet gevolgd wordt door een aanwijzing. De loper kan zich dan druk gaan maken over het probleem of de paaltjes echt niet geraakt worden en waar ze precies zijn. Bedenk als buddy dat de loper concreet wil weten wat te doen. Dus laat altijd op wat er gaat gebeuren een aanwijzing volgen.